Blog Hendrik-Jan van Arenthals: Achtertuin

7 april 2016

De zon schijnt volop en de temperatuur is aangenaam. Eigenlijk zou ik thuis de achtertuin moeten opzoeken in plaats van een werkoverleg met een van onze directeuren. Maar goed, er is genoeg te bespreken, zowel waar het hier als de situatie in Brabant betreft. Er staan weinig auto’s op de parkeerplaats, valt me op. Die van mijn medebestuurder zie ik nog niet. Net drie uur, ik ben in ieder geval op tijd. Even overweeg ik achter het stuur te blijven zitten tot hij arriveert. Hier loop ik immers de kans staande te moeten vergaderen. Het mooie weer echter brengt me in beweging. Het is een prachtig gebouw, al zou het legergroen en zwart ook niet misstaan voor het team Uniformberoepen. En nee, daar moeten ze echt niets meer bovenop bouwen, zonde toch? Terwijl ik naar de ingang loop, zoek ik tevergeefs naar enig teken dat dit inderdaad een Scalda-gebouw is. Misschien moeten we toch onze merken-strategie weer eens oppoetsen, noteer ik als gesprekspunt.

Vol goede moed stap ik door een geopende zijdeur naar binnen. Zelfverzekerd loop ik door een stille, onverlichte en daardoor wat sombere entree richting de zwarte stalen trap; op naar de directiekamer. “Meneer, wilt u dit pand ogenblikkelijk weer verlaten!!” Links van mij doemen een man en een vrouw in Scalda-outfit op. Ze kijken beide enigszins gestrest, kennelijk verontwaardigd over mijn brute inbreuk in hun domein. Not in my backyard. Nadat mijn hart weer begint met kloppen, schieten er meerdere primaire reacties door mijn hoofd; van ‘omdat u het zo vriendelijk vraagt’ tot ‘Nou nee, ik denk dat ik hier maar even wacht op mijn collega.’

Dan bedenk ik in een flits hoe mooi dit is. Het facilitair bedrijf is bezig met een professionele doorontwikkeling. De locaties hebben daarin natuurlijk hun eigen verantwoordelijkheid. Wat een eigenaarschap zie ik hier. Dit is de huismeester zoals we die voor ogen hebben. Niet in mijn achtertuin. Ik slik mijn assertiviteit in en beperk mij tot wat beleefd verontschuldigend gemompel. In deze omgeving kan ik de dingen het beste maar sportief opvatten. Ik verlaat het gebouw, in de hoop dat dit verhaal niet de hele organisatie rond zal gaan. “Alles is uit en het alarm gaat er zo op. We gaan zo dicht.” Ja ja, ik ben al weg, terug naar mijn auto. Op de weg terug herinner ik mij een tweet van onze afwezige gesprekspartner. Ik zoek even op Twitter en jawel: een tweedaagse met het hele team, om de nieuwe strategie te vertalen en uit te werken. Nadat mijn collega arriveert, is een kort telefoontje naar de directeur voldoende om mijn vermoeden te bevestigen. We besluiten soepeltjes om, daar het gaat om een zeldzaam agendafoutje, in managementtaal uitgedrukt ‘van deze bedreiging een kans te maken.’ Een vroegertje vandaag: op naar de achtertuin…

Omhoog