Oprichting Delta Kenniscentrum: impuls voor Zeeuwse economie

Compensatiegeld voor breed samenwerkingsverband met Zeeuwse kennisinstellingen
26 juni 2020
Oprichting Delta Kenniscentrum: impuls voor Zeeuwse economie

Bijdragen aan Zeeland als kennisregio op het gebied van water, voedsel en energie: dat is het doel van de oprichting van het Delta Kenniscentrum op de Kenniswerf in Vlissingen. De Zeeuwse onderwijs- en kennisinstellingen Scalda, HZ University of Applied Sciences en University College Roosevelt werken hierin samen met onder meer Universiteit Utrecht en Wageningen University & Research. Het samenwerkingsverband wordt met ruim €68 miljoen euro financieel gesteund vanuit het compensatiepakket van het Rijk om de Zeeuwse economie en leefbaarheid te versterken. In de komende maanden worden in een kwartiermakersfase de plannen nader uitgewerkt.

Zeeuwse kennisregio

Er is breed draagvlak en enthousiasme voor de oprichting van het Delta Kenniscentrum bij de deelnemende onderwijs- en kennisinstellingen, regionale overheden, betrokken ministeries en het bedrijfsleven. Met het initiatief willen zij een gunstig effect realiseren op het sociaaleconomische klimaat, het vestigingsklimaat en de werkgelegenheid in de provincie.

Leven en werken in de Delta

Het Kenniscentrum gaat invulling geven aan de maatschappelijke opgave: ‘Leven en werken in de Delta: klimaatadaptatie door natuurlijke oplossingen’. Doel is om innovatieve oplossingen te realiseren voor een toekomstbestendige, veilige en welvarende Delta. Oplossingen die uiteraard niet alleen interessant zijn voor de Nederlandse delta, maar ook buiten de eigen landsgrenzen kunnen worden toegepast. Het kenniscentrum kenmerkt zich door:

  • De unieke combinatie van onderzoek en onderwijs op het gebied van water, voedsel en energie.
  • De overtuiging dat verschillende kennisgebieden (alfa, gamma, bèta) gecombineerd moeten worden: biologisch, technisch, chemisch, ecologisch, socio-economisch, juridisch, cultureel en politiek-bestuurlijk.
  • De integratie van verschillende typen onderzoek (van fundamenteel tot praktijkgericht) en de doorvertaling ervan in vraag- en probleemgestuurd onderwijs (mbo, hbo en wo).

Sociaaleconomische doelen

Perspectieven voor jongeren
Zeeland als kennisregio op het gebied van water, voedsel en energie biedt (carrière)perspectieven voor jongeren binnen en buiten de regio. Zo moet de oprichting van het instituut de instroom van (inter) nationale mbo-, hbo- en wo-studenten in bestaande of nieuwe opleidingen vergroten. Met de komst van het instituut stromen naar verwachting bijvoorbeeld 200 extra (inter)nationale mbo- en hbo-studenten per jaar in, die twee tot vier jaar studeren en leven in Zeeland.

Jong talent zal dan ook sneller geneigd zijn om na de studie te blijven wonen en werken in Zeeland. Verder moet de provincie aantrekkelijker worden voor wo-studenten. Studenten uit Utrecht en Wageningen kunnen bijvoorbeeld in Zeeland afstuderen in living labs waar ook het bedrijfsleven in deelneemt.

Werkgelegenheid en vestigingsklimaat
Het Delta Kenniscentrum zal nieuwe banen bij het kenniscentrum zelf genereren en bij de verschillende onderzoeks- en onderwijsinstellingen en (nieuwe) bedrijven die actief zijn in de samenwerking. Hoger opgeleiden die worden aangetrokken kunnen een belangrijke rol spelen in het sociaal en maatschappelijke leven in Zeeland. Geschat wordt dat de extra werkgelegenheid in 2032 is opgelopen tot circa 140 fte.

Ontwikkeling Kenniswerf

Het hoofdkantoor, onderzoekslabfaciliteiten, de ontwikkel-, test,- en demofaciliteiten en business development worden gevestigd op de Kenniswerf in Vlissingen, waar ook de skillslabs van Technum en Dockwize zijn gevestigd. Verder vinden activiteiten verspreid in Zeeland plaats, zoals bij het NIOZ in Yerseke, het Joint Research Center Zeeland in Middelburg en proefboerderij Rusthoeve in Colijnsplaat.

Compensatie

De totale bijdrage aan het Delta Kenniscentrum vanuit de compensatiemiddelen bedraagt ruim €68 miljoen euro. Dat is bijna de helft van de totaal benodigde middelen voor het centrum in de aanloopperiode. De andere helft wordt gefinancierd door de deelnemende onderwijs- en kennisinstellingen, de provincie Zeeland en bedrijven en NGO’s.

Omhoog